Waarom val ik niet af?

Veel mensen worstelen met hun gewicht en vragen zich af waarom ze niet afvallen zelfs als ze weinig eten. Voor ongeveer 75% van deze mensen ligt de oorzaak bij een verstoord eetpatroon (door verborgen suikers) wat leidt tot een calorieoverschot. Als er dan ook nog eens weinig bewogen wordt, stapelen de kilo’s zich snel op.

Gewichtsverlies draait echter om meer dan calorieën. Er zijn veel onderliggende factoren die invloed hebben op gewichtstoename en vetverbranding.

Hieronder vind je de 10 belangrijkste redenen die gewichtsverlies kunnen belemmeren. Ze staan los van hoeveel je eet en hoeveel je verbruikt.

 
10 redenen waarom je niet afvalt

1: Insulineresistentie en hyperinsulinemie

Wanneer je koolhydraten en suikers eet, produceert je alvleesklier insuline om de suikers uit je bloedbaan te halen en in je cellen te brengen. Bij overmatige suikerconsumptie en gebrek aan beweging kunnen je lichaamscellen ongevoeliger worden voor insuline. Hierdoor moet je alvleesklier meer insuline aanmaken. Dit kan jaren aan de gang zijn en leiden tot gewichtstoename. Dit fenomeen kan soms tientallen jaren aanhouden vooraleer je de diagnose diabetes type 2 krijgt.

Om diabetes type 2 vroegtijdig op te sporen is een klassieke nuchtere bloedafname die de nuchtere glucose bepaalt onvoldoende. Een betere indicatie van hoe je lichaam omgaat met de insuline die de glucose moet in de cellen krijgen is de HOMA2 index. Bespreek dit met je huisarts!

Wist je dat meer dan 400 000 Belgen niet weten dat ze diabetes type 2 hebben?

 

2: Onstabiele bloedsuikerspiegel

Eet je voeding die grote pieken veroorzaakt in je bloedsuikerspiegel dan zit je meestal in vetopslag. Om de suikers in je bloed weg te werken circuleert er insuline in je bloed. Zolang de insuline hoog staat is er geen vetverbranding.

Enkel een stabiele bloedsuikerspiegel zonder pieken zorgt ervoor dat je vet verbrandt.

De manier waarop je omgaat met suikers kan je perfect testen door een suikeranalyse te laten uitvoeren. Zo een analyse geeft haarfijn aan hoe jouw lichaam suikers verwerkt. Je diëtist geeft je advies hoe je een stabiele bloedsuiker kan krijgen zodat je je gezondheidsdoelen kan behalen (lager gewicht, beter slapen, …).

 
Sensor CSA

3: Problemen met de schildklier

Een traag werkende schildklier vertraagt je stofwisseling, wat kan leiden tot gewichtstoename. Deze conditie kan in een vroeg stadium (suboptimale hypothyreoïdie) aanwezig zijn voordat het zichtbaar is in standaard bloedtesten. Speciale bloedtesten kunnen dit eerder opsporen.

 

4: Slecht slapen

Onvoldoende of slechte kwaliteit slaap kan gewichtsverlies ernstig belemmeren. Slechte slaap verhoogt de drang naar zoetigheid en leidt tot meer honger. Daarnaast kunnen slechte nachten leiden tot sterkere bloedsuikerpieken na maaltijden, wat het afvallen verder bemoeilijkt.

 

5: Chronische stress en verhoogde cortisolspiegel

Chronische stress leidt tot een constante verhoging van het stresshormoon cortisol. Dit hormoon verhoogt de bloedsuikerspiegel en kan insulineresistentie en diabetes type 2 veroorzaken. Mensen met chronische stress hebben het vaak moeilijk om af te vallen omdat cortisol vetverbranding remt. Cortisol zorgt er immers voor dat er extra suiker in de bloedbaan komt. Als je cellen al genoeg energie hebben wordt deze extra suiker direct opgeslagen als vetreserve.

 
ai generated, woman, work-8768448.jpg

6: Laaggradige ontsteking

Laaggradige ontsteking (LGI) is een milde, chronische ontsteking die vaak niet zichtbaar is in standaard bloedtesten. Deze ontsteking kan leiden tot insulineresistentie en een breed scala aan gezondheidsproblemen, waaronder vermoeidheid, stemmingswisselingen en moeite met afvallen. Naar aanleiding van het jaarlijks bloedonderzoek bij je arts kan je vragen om bepaalde parameters te testen die hierop kunnen wijzen.

 

7: Medicatie

Bepaalde medicijnen, zoals antipsychotica, antidepressiva, insuline, bloeddrukverlagers en corticosteroïden, kunnen gewichtstoename veroorzaken. Deze medicijnen verminderen vaak de insulinegevoeligheid van lichaamscellen, wat leidt tot verminderde vetverbranding en meer vetopslag.

Overleg steeds met je arts of het nodig is om bepaalde medicatie te blijven nemen en of je bepaalde medicatie eventueel kan afbouwen.

 

8: Leververvetting

Tot over enkele jaren was leververvetting een aandoening die je vooral zag bij probleemdrinkers. Momenteel heeft 25 % van de westerse bevolking leververvetting, veroorzaakt door overmatige consumptie van suikers, transvetten en sporadisch alcoholgebruik.

Gelukkig is leververvetting, zeker in de eerste stadia, volledig omkeerbaar door leefstijlaanpassingen waardoor de oorzaak van de leververvetting wordt weggenomen. Als er niets wordt gedaan, zal de lever steeds verder vervetten. Eén op de vijf mensen die langere tijd leververvetting hebben, krijgt uiteindelijk een ontsteking van de lever (hepatitis). Deze ontsteking kan littekenvorming in de lever (leverfibrose) veroorzaken en uiteindelijk leiden tot levercirrose. Bij levercirrose is er ernstige schade aan de lever die op den duur tot leverfalen kan leiden. Dat kan levensbedreigend zijn. Een levertransplantatie is dan nog de enige behandelmogelijkheid.

Bovendien belemmert deze aandoening gewichtsverlies omdat het lichaam eerst het vet rond de lever moet aanpakken voordat het overtollig lichaamsvet kan verbranden.

 
leververvetting

9: Vertraagde stofwisseling door vorige strenge diëten

Het lijkt onlogisch, maar te weinig eten kan een serieuze belemmering zijn voor gewichtsverlies. Het is een veel voorkomende misvatting dat minder eten altijd leidt tot meer gewichtsverlies. Door te weinig te eten vertraagt je stofwisseling waardoor je lichaam in een overlevingsmodus komt.

Te weinig eten veroorzaakt stress in je lichaam waardoor het stresshormoon cortisol op de proppen komt om extra suiker in de bloedbaan te brengen. Door het jojo-effect geraak je op den duur in een vicieuze cirkel waardoor je steeds minder gaat eten en steeds meer stress veroorzaakt. Hierdoor kan je niet meer vermageren. In mijn praktijk hoor ik mensen vaak zeggen: “Ik moet nog maar naar een glas water kijken en ik weeg weeral meer”. Dit zijn de typische patiënten die door jarenlang diëten een compleet verstoorde stofwisseling hebben.

 

10: Slecht werkende spijsvertering en disbalans in microbioom

Een goed functionerend spijsverteringssysteem en een gezond microbioom zijn cruciaal voor succesvol gewichtsverlies. Wanneer je spijsvertering niet optimaal werkt en er sprake is van een disbalans in de darmflora, kan dit je pogingen om af te vallen aanzienlijk bemoeilijken.

Je diëtist helpt je om de juiste voedingstoffen te eten zodat je spijsvertering optimaal kan werken.

 

Tot besluit

Gewichtsverlies is een complex proces dat verder gaat dan alleen minder eten en meer bewegen. Door de onderliggende oorzaken te begrijpen en aan te pakken, kun je effectiever en gezonder afvallen. Herken je bovenstaande problemen of kreeg je van de arts een diagnose over een van deze problemen , raadpleeg dan een voedingsspecialist zoals een diëtist om je op voedingsvlak te begeleiden.

 

Ja! Ik wil graag professionele begeleiding door een gespecialiseerde diëtiste!

Leg vandaag je afspraak vast in mijn online agenda.