Een goed voornemen is als een café zonder bier! Weet jij nog welke goede voornemens je gemaakt had tijdens de nieuwjaarsbubbels?
Was jouw voornemen:
- Afvallen
- Stoppen met roken
- Minder drinken
- Meer sporten
- Minder snoepen
Hoe is het gelukt met deze voornemens? Uit onderzoek blijkt dat de tweede vrijdag van het nieuwe jaar de dag is waarop de meeste mensen hun goede voornemens laten varen.
Terug naar af
Een studie waarbij 200 deelnemers twee jaar gevolgd werden, gaf de volgende resultaten:
- De meeste goede voornemens sneuvelden reeds na 1 week bij 77 % van de deelnemers.
- Van de 200 deelnemers waren er uiteindelijk 19% die hun voornemens gedurende de volle 2 jaar volhielden.
Interessant om weten: de succesgroep bereikte zijn doel niet zonder slag of stoot. Meer dan de helft van de succesvolle groep kende minstens 1 terugval waarbij ze weer voor het oude gedrag kozen. Gemiddeld hadden ze zelfs 14 keer een terugval!
Ons brein staat op de rem
Een terugval van 14 keer toont aan dat het een tijd duurt om onze voornemens om te zetten in blijvend gedrag. Dit heeft vooral te maken met de werking van ons brein. Onze hersenen vinden het namelijk fijn om altijd hetzelfde te doen, omdat dit minder energie kost. In ons brein zijn er allerlei circuits met voorgeprogrammeerde handelingen. Dit spaart ons veel tijd uit. Stel dat je elke dag opnieuw zou moeten leren autorijden.
Het is dus niet ongewoon dat er de tweede vrijdag van het jaar nog maar weinig veranderd is. Je hebt jezelf niet voloende tijd gegeven om je gewoontes en gedrag aan te passen aan de nieuwe situatie.
Een voornemen is een veranderingsproces en dat vraagt een plan.
Plan je voornemen
De deelnemers die er wel in slaagden om hun doel te realiseren, hadden een aantal kenmerken gemeen:
- Concreet doel
- Stap voor stap
- Op papier
Ze maakten hun voornemen concreet
Als je zegt:
Ik wil meer sporten.
Ik wil minder snoepen.
Wat betekent meer of minder. Waarmee vergelijk je dan?
Als je het anders formuleert:
Ik wil elke zaterdag 6 km joggen.
Ik eet enkel op zondag 1 koffiekoek als ontbijt.
Meten is weten
De laatste 2 voornemens kan je meten. Je hebt een hoeveelheid (5 km/1 koffiekoek) en een tijdstip (zaterdag/zondag) bepaald. Het is een afspraak die je in je agenda kan zetten. Achteraf kan je nagaan of je je voornemens uitgevoerd hebt of niet.
Na enkele maanden kan je terugbladeren in je agenda en vaststellen: in januari heb ik 3 zaterdagen gelopen en in februari is dat 2 keer gelukt.
Stap voor stap
Ik start met lopen. Tegen volgend jaar wil ik een marathon lopen.
Als je ongetraind dergelijk doel stelt dan is de kans groot dat het niet lukt. In je hoofd zie je het cijfer 42 km staan en je realiseert je wat voor een uitdaging dat is. De moed zakt je in de loopschoenen na enkele weken.
Opdelen
Om je te helpen je doel te bereiken is het een idee om je doel op te delen in stukjes:
- In januari start ik met lopen.
- Ik doe dat elke zaterdag in de voormiddag.
- Met het programma start to run kan ik eind februari 6 kilometer lopen.
- Elke volgende zaterdag loop ik 1 km langer.
- Op het einde van het jaar: doel bereikt.
Goede voornemens op papier
Plan je stappen
Terwijl je het doel opdeelt, kan je de stappen overzichtelijk noteren. Alle deelnemers uit het onderzoek die hun goede voornemens op papier gezet hadden, slaagden ook in hun doel. Door iets op te schrijven wordt het echt. Door een stappenplan te maken moet je niet telkens nadenken over de volgende stap.
Beren op de weg
Je schrijft niet alleen op wat je wil bereiken, maar ook hoe je dit gaat aanpakken. Hou rekening met onvoorziene omstandigheden (slecht weer – regenkledij bijkopen?/feestje de avond voordien – in de namiddag lopen en eerst uitslapen?)